Last onder dwangsom recreatieterrein Karpermeer

Op 5 maart 2020 voerde de gemeente Aalten een onderzoek naar bewoningsvormen en bewoners uit op recreatieterrein Karpermeer. De gemeente Aalten wil dat het recreatiepark wordt gebruikt waarvoor het bedoeld is, namelijk recreëren. De resultaten van de controle geven aanleiding om handhavend op te treden. Het college van burgemeester en wethouders heeft de eigenaar een last onder dwangsom opgelegd.

De campings en recreatieparken in de gemeente Aalten zijn slechts bedoeld voor recreatief verblijf. Dit is door de gemeenteraad vastgelegd in het bestemmingsplan. Er zijn aanwijzingen dat er op meerdere recreatieparken wordt gewoond. Dat is in strijd met het bestemmingsplan. 

Er wordt op het Karpermeer gewoond Met de eigenaar van het Karpermeer is al in april 2019 gesproken over de handhaving van het bestemmingsplan en over de samenwerking met het provinciale project Ariadne. Eind 2019 is een controle aangekondigd. Gebruikers van de stacaravans zijn januari 2020 via de eigenaar schriftelijk geïnformeerd dat alleen recreatie is toegestaan én dat er zal worden gecontroleerd op onrechtmatig gebruik (wonen). Op 5 maart 2020 is die controle geweest op het Karpermeer. Uit deze controle bleek dat onze vermoedens terecht waren. Er bleken meer dan twintig caravans te worden bewoond. Inmiddels blijken er naar aanleiding van de controle al zeker vijf bewoners van het park verhuisd te zijn naar een woning elders.

Last onder dwangsom Op 7 juli 2020 heeft het college een voorgenomen besluit tot het opleggen van een zogenaamde last onder dwangsom genomen en aan de eigenaar – Karpermeer BV – meegedeeld. Het college heeft er bewust voor gekozen om niet de huurders/bewoners aan te spreken maar de eigenaar, aangezien hij het onrechtmatige gebruik heeft toegestaan en ook kan opheffen. De eigenaar heeft daarop een zienswijze ingediend. Die is nu beoordeeld maar dat geeft geen aanleiding tot een ander besluit.

De last onder dwangsom houdt in dat de eigenaar nog tot 1 april 2021 de tijd krijgt om het onrechtmatig gebruik van zijn recreatiepark op te heffen. Voor iedere maand dat er na 1 april op zijn park wordt gewoond, moet hij een dwangsom van € 10.000 betalen. Aangezien het om twee percelen gaat zijn er twee lasten opgelegd, met dus ook twee maal deze dwangsom.