Tijdelijk monument Levenslicht geopend

De sfeer is ingetogen, de gedichten zijn ontroerend, de toespraken respectvol, de muziek is melancholiek en hoopvol, de stiltes zijn indrukwekkend. Op het binnenplein bij het Nationaal Onderduikmuseum wordt op zondag, aan het begin van de avond, het monument Levenslicht onthuld. Het ‘ademende licht’, een cirkel met blauw oplichtende stenen, is te zien tot en met 2 februari in 170 gemeenten, verspreid over heel Nederland.

Gerda Brethouwer, directeur van het Nationaal Onderduikmuseum, heet de aanwezigen van harte welkom bij de onthulling van Levenslicht. Diverse toespraken worden omlijst door passende muziek van celliste Maaike Roelofs. Burgemeester Anton Stapelkamp spreekt als eerste, hij spreekt over de Tweede Wereldoorlog als ‘geen gewone oorlog’, de rassenhaat, de untermensch. Dat in de jaren ’70 en’80 van de vorige eeuw steeds meer aandacht wordt geschonken aan het herdenken van de miljoenen slachtoffers, dat de Russen bij de bevrijding van Auschwitz 8000 Joden aantroffen, meer dood dan levend, dat minister president Rutte excuses heeft aangeboden omdat volgens hem de regering destijds tekort geschoten is, te weinig heeft gedaan om de deportatie van Joden te voorkomen. Hij vertelt het schrijnende verhaal van een overlevende van Auschwitz, over de keuze die men altijd heeft, over het leren leven met het vreselijke verleden dat heel veel tijd kost. Hij besluit met de woorden ‘Ophouden met het wegrennen voor het verleden’ en ‘Opbloeien en de wereld een beetje mooier maken’. Woorden van hoop.

Drie scholieren van Schaersvoorde komen naar voren en het gedicht ‘de laatste trein’ wordt voorgedragen. Maaike Roelofs speelt op haar cello een muziekstuk. Het is muisstil in de ontvangsthal van het Nationaal Onderduikmuseum. De melancholieke en treurige tonen, vol weemoed en spijt, vullen de hal. Iris Jansen vertelt over het project van de Stolpersteine in Dinxperlo. Ze vertelt over de Joodse familie Prins, eigenaren van de textielfabriek, zorgend voor veel werkgelegenheid, over het lot van deze familie. 44 Joden uit Dinxperlo vonden de dood in de concentratiekampen, mensen die niet mochten bestaan.

Wim Mak spreekt namens de stichting Vrienden van de Aaltense synagoge. Hij vertelt: “Stenen hebben een grote symbolische betekenis hebben voor Joden, daarmee bouwden zij heel lang geleden altaren. Stenen symboliseren eeuwigheidswaarde. Joden laten na het bezoek aan een graf een steentje achter, ten teken dat de overledene niet vergeten is. De stenen hier, in het Levenslicht, liggen pijnlijk genoeg niet op een graf. Hij vertelt over de term ‘Judenrein’ over de Stolpersteine in Aalten, hij noemt de namen van de Aaltense Joden die weggehaald zijn uit hun huizen en die nooit terugkeerden. “We blijven deze mensen in eerbied gedenken”, besluit Wim Mak.

Hans de Graaf is de volgende spreker, hij brengt het verleden dichtbij. “Bij het zien van dit ritmische licht stel ik me de duisternis voor, de diepe duisternis”, zegt hij, “hoe reageerden de buren toen er mensen uit Dinxperlo, Aalten en Bredevoort werden weggehaald? Veel vervolgden vonden een schuilplaats tijdens de ‘storm’. In vijf dagen ging de vrijheid verloren. Na vijf jaar werd de vrijheid pas weer herboren. En wat betekent vrijheid voor nu, voor morgen? Bladeren ritselen. Is er weer een storm op komst? Betekent vrijheid en vrijheid van meningsuiting dat we mensen mogen beledigen, apart zetten? Waakzaamheid is geboden.” Hans de Graaf besluit zijn toespraak met een regel uit een gedicht van Hendrik Mattheus van Randwijk (1906-1966), dichter, prozaschrijver, verzetsheld, journalist. ‘Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.’

Er wordt door Maaike Roelofs nog een stukje muziek gespeeld, dit keer klinkt het meer hoopvol, soms zwaar, soms vrolijk. De laatste tonen sterven weg en het is even stil, alsof de aanwezigen de indrukken van de woorden en de muziek op zich in laten werken.

Men loopt naar het pleintje buiten waar het Levenslicht ritmisch gaat gloeien. De gasten leggen er een steentje bij. De ingetogen sfeer blijft terwijl men kijkt naar het monument. Iedereen met zijn eigen gedachten, herinneringen, stilte. Na de onthulling gaat ieder zijns weegs, terug naar het heden, naar huis, naar de wereld van nu.

Levenslicht is een cirkel, gevuld met stenen, die ritmisch oplichten met een blauwe gloed. Daan Roosegaarde ontwierp het Levenslicht, een symbolisch monument, dat tijdelijk in heel Nederland zal oplichten. Stenen zijn zowel in de Joodse herdenkingstraditie als in de Roma en Sinti cultuur belangrijk. Deze tradities zijn de inspiratiebron geweest voor de ontwerper. Totaal 104 000 stenen, gelijk aan het aantal holocaust-slachtoffers uit Nederland, zullen ’s avonds ritmisch oplichten als symbool voor het leven dat in de gemeenten gemist wordt.


Tekst: Karin Stronks
Foto's: Jan Oberink